Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En uw kinderkens, waarvan gij zeidet: Zij zullen tot een roof zijn; en uw kinderen, die heden [66]noch goed noch kwaad weten, die zullen daarin komen, en dien zal Ik het geven, en die zullen het erfelijk bezitten. 66. Een manier van spreken in de Schrift gebruikelijk, om de kindsheid of kindse jaren te beschrijven. Zie gelijke manier van spreken Jes.7:15; Jona 4:11.